Reparatie vormt het cruciale puzzelstuk in de overgang naar een circulaire economie. Het verlengen van de levensduur van elektrische en elektronische apparatuur is niet alleen een duurzame keuze, maar het draagt ook bij aan het verminderen van grondstoffenverspilling en het beperken van de groeiende afvalberg van elektronisch afval, oftewel e-waste.
“Dagelijks leveren consumenten, reparatiebedrijven en refurbishers waardevolle bijdragen aan de circulaire economie door consumentenelektronica te hergebruiken”, aldus branchevereniging Techniek Nederland. Het recente Europese voorstel voor het ‘right to repair’ belooft deze inspanningen aanzienlijk te stimuleren. Dit voorstel zal een open markt voor reparateurs en consumenten bevorderen, terwijl het fabrikanten verplicht om toegang te bieden tot goedkope onderdelen, tools en reparatie-informatie. Techniek Nederland is recent een lobby begonnen voor het verlagen van de btw-tarief op elektronica reparaties.
De Nederlandse Tweede Kamer heeft op 30 januari een extra politieke impuls gegeven aan de circulaire economie door het aannemen van de motie-Stoffer c.a. Deze motie roept het demissionaire en het nieuwe kabinet op om onderzoek te doen naar de mogelijkheden van het verlagen van het btw-tarief voor meer reparatiediensten.
De Europese btw-richtlijn biedt Nederland de kans om het btw-tarief te verlagen voor reparatie(diensten), vergelijkbaar met de verlaagde btw-tarieven die we momenteel al kennen voor reparaties van fietsen en kleding. Dit zou een stimulans zijn voor consumenten om te kiezen voor reparatie in plaats van het kopen van nieuwe apparatuur, wat op zijn beurt bijdraagt aan het verminderen van de ecologische voetafdruk en het bevorderen van duurzaamheid.
“Het verlagen van het btw-tarief voor reparatiediensten zou niet alleen financiële voordelen bieden voor consumenten, maar ook een aanzienlijke impuls geven aan de werkgelegenheid in de reparatiesector. Bovendien zou het een positieve impact hebben op de algehele economie door het stimuleren van lokale reparatiediensten en het verminderen van de afhankelijkheid van wegwerpcultuur”, zo beargumenteert Techniek Nederland.
In andere Europese landen zien wij ook initiatieven om de levensduur van bijvoorbeeld smartphones te verlengen door het stimuleren van reparaties. In beide landen betaalt de overheid mee als een telefoon gerepareerd wordt door een voucher van wel € 250. En dat dit helpt blijkt uit het feit dat de maatregelen keer op keer worden verlengd en zelfs uitgebreid.
In een tijd waarin duurzaamheid hoog op de agenda staat, is de steun van de Tweede Kamer voor het onderzoeken van mogelijkheden tot verlaagde btw-tarieven voor reparatiediensten een positieve stap. Het toont een groeiend besef van de cruciale rol die reparatie speelt in het realiseren van een meer circulaire en duurzame economie. Nu is het aan de beleidsmakers om deze steun om te zetten in concrete maatregelen die de transitie naar een circulaire economie versnellen.
