DuurzaamheidReparatie

De onvoltooide reis naar het ‘right to repair’ in de EU

Aan het einde van 2019 presenteerde de nieuw aangestelde Europese Commissie haar ambitieuze Green Deal, wat de perfecte gelegenheid was om het thema van reparatie als essentieel onderdeel van een duurzame samenleving naar voren te brengen. Het jaar 2020 begon met de lancering van de #LongLiveMyPhone-campagne, ontworpen om bewustzijn te creëren over de vele problemen die voorkomen dat smartphones langer worden gebruikt en gerepareerd. Meer dan 26.000 mensen ondertekenden de petitie. In 2020 werd reparatie essentieel, en er werd voortdurend gepleit om het zo hoog mogelijk op de politieke agenda van de EU te krijgen. Toch is de Europese ‘right to repair’-beweging niet tevreden. Volgens hen moet

In 2021 werden verschillende wetgevingsprocessen beïnvloed en werd de schandalige ingebouwde veroudering van printers en het gebrek aan eisen voor repareerbaarheid van beeldapparatuur aan de kaak gesteld.

In 2022 heeft de EU-Commissie ecodesignregels voorgesteld voor smartphones en tablets, inclusief eisen voor repareerbaarheid en een reparatiescore! Hoewel verre van perfect, zullen deze regels fabrikanten voor het eerst verplichten om gedurende ten minste 7 jaar een scala aan reserveonderdelen beschikbaar te stellen voor consumenten. Fabrikanten moeten ook toezeggen software- en beveiligingsupdates gedurende ten minste 5 jaar beschikbaar te stellen nadat een product uit de markt is gehaald.

2022 was een druk jaar vol protesten, internationale bijeenkomsten zoals Fixfest 2022 en belangenbehartiging in de EU. Na intensieve lobbyactiviteiten bereikten EU-instellingen een akkoord over repareerbaarheidseisen binnen de Battery Directive. Dit zal fabrikanten van de meeste consumentenproducten verplichten ontwerpen te maken waarmee gebruikers zelf hun batterij kunnen vervangen en weg te stappen van wegwerpartikelen met “single-battery” apparaten.

Ondanks deze successen is de vooruitgang uiterst laag. Het zal nog jaren duren voordat beide wetgevingen van kracht worden. Verontrustend genoeg zijn er vertragingen in nieuwe wetgeving die door de Europese Unie is aangekondigd, bijvoorbeeld de aankomende consumentenwetgeving gericht op het bevorderen van reparatie. Bovendien pakken geen van de wetgevingen de kosten van reparatie aan: fabrikanten verplichten om reserveonderdelen beschikbaar te maken, betekent niet automatisch dat deze betaalbaar zullen zijn. Daarnaast blijven er volop softwarepraktijken die de repareerbaarheid en levensduur van producten bedreigen.

Fabrikanten en anderen verzetten zich tegen het ‘Right to Repair’, en Europese instellingen lijken mogelijk onvoldoende capaciteit te hebben om daadwerkelijk uitvoering te geven aan hun theoretisch gedurfde toezeggingen. Er is al veel bereikt, maar er is nog een lange weg te gaan voordat iedereen het ‘right to repair’ heeft en elk product goedkoper te repareren is dan te vervangen.