De Amerikaanse Department of Justice (DOJ) heeft een rechtszaak aangespannen tegen Apple, samen met 16 andere staats- en districtaanklagers, waarin de techgigant wordt beschuldigd van het monopoliseren van de Amerikaanse smartphonemarkt. Deze stap komt minder dan drie weken nadat de Europese Commissie Apple heeft beboet met een boete van €1,8 miljard voor “misbruik van App Store-regels voor muziekstreamingdiensten. De DOJ beschuldigt Apple ervan zijn dominante positie op de Amerikaanse smartphonemarkt te behouden door gedrag dat concurrentie verstikt en daarmee Amerikaanse consumenten schaadt.
De aanklacht, die 88 pagina’s beslaat, richt zich op vijf verschillende voorbeelden van wat de DOJ beschouwt als illegaal, anti-concurrentie gedrag van Apple. Deze voorbeelden omvatten onder meer Apple’s behandeling van zogenaamde super-apps (zoals WhatsApp), cloud-streaming-apps (voornamelijk voor gaming), cross-platform messaging, de ondersteuning, of juist niet van, smartwatches en digitale portefeuilles. In al deze gevallen beweert de DOJ dat Apple zijn positie heeft gebruikt om regels en beleid op te stellen die het moeilijker maken voor niet-Apple-apparaten en -diensten om te concurreren met de eigen aanbiedingen van Apple, waardoor gebruikers vast blijven aan het bedrijf uit Cupertino.
Maar zijn ze in Amerika niet iets vergeten? Het feit dat het nog steeds erg lastig is om bijvoorbeeld een Apple iPhone zelf of door derden te laten repareren? Hierdoor ontstaat bijna een soort gedwongen winkelnering. Een kapot apparaat kon eigenlijk alleen maar of door Apple zelf of door een door hen aangestelde reparateur, vakkundig gerepareerd worden. Tegen door Apple vastgestelde prijzen. Of worden de recente maatregelen van het bedrijf, onder druk van de ‘right-to-repair’-beweging, als voldoende beschouwd? Apple verkoopt nu steeds meer onderdelen, zodat zelfreparatie tot de mogelijkheden behoord. Maar de componenten en de benodigde tools zijn relatief duur. Dus of dit nu echt een alternatief is? Blijkbaar volgens de DOJ wel.
Apple heeft gereageerd door de rechtszaak “onjuist op feiten en recht” te noemen en te zeggen dat het “krachtig zal verdedigen”. De DOJ valt echter de kern van het zakelijke model van Apple aan, namelijk het creëren van producten en diensten die naadloos samenwerken en daardoor per definitie minder aantrekkelijk zijn voor gebruikers om te kiezen voor niet-Apple-producten. Of het gedrag al dan niet in strijd is met antitrustwetten, zal nu door de rechtbanken worden beslist.
Bron: Statista