DuurzaamheidReparatie

Reparatie subsidie: Wat Nederland en de EU kunnen leren van Frankrijk

Het Franse ministerie van de Transitie naar een Circulaire Economie heeft onlangs belangrijke wijzigingen aangekondigd met betrekking tot de regels omtrent de bonus voor het repareren van consumenten elektronika. Maar wat houdt deze bonus eigenlijk in en wat betekenen de nieuwe regels voor consumenten en voor bedrijven die refurbishen? De Franse B2B-site Dipli, een soort marktplaats voor gebruikte smartphones, tablets en computers, geeft meer details.

De subsidie is een financiële stimulans van de Franse overheid die voortkomt uit de anti-verspilling wetgeving, bekend als de Loi Anti-Gaspillage pour une Économie Circulaire (AGEC) van 2020. Het hoofddoel is om Franse consumenten aan te moedigen hun defecte elektronische en elektrische huishoudelijke apparaten te laten repareren door erkende reparateurs, in plaats van ze weg te gooien en nieuwe te kopen in gespecialiseerde winkels of online.

Hier zijn de vijf belangrijkste punten om te onthouden over deze nieuwe regels:

1. Dubbele bonus: Vijf alledaagse apparaten – wasmachine, vaatwasser, drogers, stofzuigers en TVs lave- – zullen het dubbele bedrag aan bonusreparatie ontvangen.

2. De bonus voor het laten repareren wordt met 20% verhoogd wanneer tijdens de reparatie gebruikte onderdelen worden gebruikt.

3. Maar liefst 24 nieuwe apparaten komen nu in aanmerking komend voor de bonus, waaronder natuurlijk smartphones, computers en tablets

4. Ook wanneer de schade komt door bijvoorbeeld het laten vallen van je telefoon, komt de reparatie nu in aanmerking voor deze bonus, waardoor een bredere reeks reparaties wordt gedekt.

5. Reparaties op afstand worden nu ook gedekt door de bonu, waardoor consumenten meer flexibiliteit hebben.

Voor refurbishers betekenen deze nieuwe regels een kans om hun activiteiten uit te breiden omdat in sommige gevallen het refurbishen ook onder de bonus kan vallen. Goed is voor het milieu en voor hun bedrijfsresultaten. De bonusreparatie blijft een adequaat en belangrijk instrument om de levensduur van producten te verlengen. Dat bewijst Frankrijk maar ook Oostenrijk waar een vergelijkbare maatregel geldt. Maar waar blijven Nederland en de andere EU-landen?