Duurzaamheid

PBL: Nederlanders willen duurzamer consumeren maar hoe?

Het streven van de Nederlandse overheid naar een volledig circulaire economie in 2050 vergt radicaal minder en efficiënter gebruik van grondstoffen. Daarvoor zijn niet alleen duurzame productiemethoden noodzakelijk, maar is het ook van belang dat Nederlanders duurzamer gaan consumeren. Op verschillende punten blijken Nederlanders beduidend meer bereid tot circulaire consumptie dan wat ze nu doen, als het niet duurder of lastiger is, aldus een recent rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).

Consument staat open voor duurzamere producten en levensduurverlenging

De meeste consumenten blijken bereid om minder nieuwe kleding te kopen, in een kleinere woning te wonen, en dicht bij huis op vakantie te gaan, ook al doen ze dit nu minder. Een meerderheid van de consumenten staat bovendien open voor meubels en kleding van duurzamere materialen, biologisch voedsel en producten met een langere levensduur, als het niet duurder of moeilijker is. Ook is de bereidheid tot reparatie groot, terwijl weinig mensen het doen. Een gemengde boodschap waarbij er een grote uitdaging is voor de Nederlandse reparatiebranche.

Weinig bereidheid tot delen en lenen

Voor de meeste consumenten zijn andere consumptiebeperkingen (minder zuivel, vlees en autobezit) en delen of lenen in plaats van bezit een brug te ver, zelfs als dit niet duurder of lastiger is dan het gangbare alternatief. Een meerderheid is al wél bezig met energiebesparing en gescheiden inleveren van spullen en afval. De meeste Nederlanders bieden weliswaar hun oude spullen aan voor hergebruik, maar blijven zelf voornamelijk nieuwe producten kopen. En dit is slecht nieuws voor de verkopers van gebruikte consumenten elektronica.

Sweet spot: grote milieuwinst én groot veranderpotentieel

Het ligt voor de hand om stimuleringsbeleid te richten op gedrag waartoe veel consumenten bereid zijn, maar dat weinigen nog in de praktijk brengen: gedrag met een groot veranderpotentieel. Hier stappen consumenten eenvoudig over op circulaire consumptie als barrières (zoals prijs, gemak, verkrijgbaarheid) worden weggenomen. Er is voor beleidsmakers een sweet spot, waarbij behalve de consumentenbereidheid ook nog eens de potentiële milieuwinst groot is. Minder nieuwe kleding kopen, kleiner wonen en dichtbij op vakantie gaan blijken in deze sweet spot te vallen: grote milieuwinst én groot veranderpotentieel. Een ander aanknopingspunt voor stimuleringsbeleid is gedrag met een grote milieuwinst, maar een lagere bereidheid (bijvoorbeeld met de trein op vakantie in plaats van met het vliegtuig, of het veranderen van eetgewoontes). Hierop inzetten vergt voor beleidsmakers een langere adem met bijvoorbeeld ondersteuning voor nieuwe businessmodellen en veranderende sociale normen. Tenslotte is er winst te behalen bij het intensiveren van gangbaar gedrag, dat door velen maar nog niet door iedereen omarmd wordt, zoals energiebesparing in huis.

Impact en potentieel van circulaire gedragingen

Voor het onderzoek zijn ruim 2500 Nederlanders ondervraagd over hun consumptie: wat doen ze nu en zijn ze bereid te kiezen voor een duurzamer alternatief als dit niet duurder of moeilijker is? Voor bijna honderd circulaire gedragingen werd een inschatting gemaakt van het veranderpotentieel (consument is wel bereid, maar doet dit nu niet). Het onderzoek biedt daarmee een nulmeting van circulaire consumptie in Nederland. Daarnaast werd een inschatting gemaakt van de mogelijke milieuwinst van de onderzochte circulaire gedragingen qua klimaat en landgebruik.