DuurzaamheidReparatie

Right to repair heeft enorme impact op de Nederlandse reparatiemarkt

Gisteren schaarde de IMCO-commissie van het Europese parlement zich achter de langverwachte nieuwe wet ‘Right to Repair’. Een belangrijke stap naar het aannemen van deze nieuwe wet door het Europese Parlement, dat hierover wellicht in november al overgaat stemmen. Het invoeren van de wet heeft nogal wat consequenties voor de Nederlandse reparatiemarkt van consumentenelektronica. Wij zetten de belangrijkste gevolgen op een rij.

Fabrikanten moeten klanten reparaties aanbieden voor hun eigen producten voor een bepaalde (langere) tijd. Daarnaast moeten zij consumenten beter informeren over de mogelijkheden die zij hebben. Tijdens de reparatie moeten zij vervangen producten ter beschikking stellen aan consumenten voor een, in de ogen van de EU, redelijke prijs. Wij vragen ons wel af of dit ook geldt voor bijvoorbeeld buitengarantie reparaties.

Onderdelen moeten beschikbaar komen en blijven tijdens de verwachte levensduur van elektronica. Bovendien moeten de componenten een eerlijke prijs hebben en moet er ook technische informatie beschikbaar komen, zodat iedere reparateur producten kan repareren. Wel moet er op alle reparaties minimaal 1 jaar garantie gegeven worden. Fabrikanten worden aangemoedigd om consumenten te informeren dat hun product veilig gerepareerd kan worden.

Er mogen geen contractuele, softwarematige of technische belemmeringen zijn die het repareren beperken. Iedereen moet kunnen repareren of bedrijven nu geautoriseerd zijn of niet. Het repareren moet financieel ondersteund worden door bijvoorbeeld reparatievouchers, zoals nu al het geval in Frankrijk en Oostenrijk, en subsidies van lidstaten. Goed nieuws voor de reparatiemarkt, die door deze duurzame maatregelen een enorme boost krijgt. En natuurlijk ook voor consumenten. Repareren wordt nu nog aantrekkelijker.