In de wereld van constante technologische vooruitgang en innovatie vormen smartphone-upgrades een cruciaal onderdeel in het moderne digitale landschap. Voorheen waren deze upgrades vaak gelinkt aan contractbeëindigingen van netwerken, maar recente verschuivingen in consumentengedrag tonen aan dat de tijdsintervallen voor upgrades veranderen. Traditioneel gezien volgden de upgradegewoonten van mensen vaak het einde van hun contract bij de provider, dat meestal na twee jaar afliep. Echter, de duur van deze cycli lijkt nu te verschuiven naar langere periodes, aldus onderzoek van SellCell.
Naast hardwareverbeteringen kiezen gebruikers om te upgraden naar nieuwe functionaliteiten of om technologische trends bij te houden. Fabrikanten en vooral netwerken bieden vaak opties aan klanten om hun telefoons te upgraden via inruilprogramma’s of afbetalingsplannen en of leasing, waardoor het gemakkelijker zou moeten worden op te upgraden. De praktijk, en dan vooral in Europa, is toch wel anders.
Bij ons kocht een gebruiker in 2020 iedere 40 maanden een andere smartphone. Veel hoger dus dan het wereldwijde gemiddelde. De verwachting is dat dit in 2025 teruggaat naar gemiddeld 33 maanden.
De belangrijkste reden voor het steeds langer worden van de vervangingscyclus is de stijgende inflatie en het gebrek aan echt innovaties. Ook worden telefoons, indien kapot, steeds vaker gerepareerd. Het is een goede trend dat fabrikant het repareren aantrekkelijker maken door onderdelen en technische ondersteuning eenvoudiger beschikbaar te maken. Diverse onderzoeken voorspellen dat vanaf volgend jaar er jaarlijks weer meer smartphones over de toonbank gaan. Dit betekent ook dat er meer toestellen beschikbaar komen voor de secundaire markt. Een voorwaarde is dan wel dat het inruilen makkelijker en toegankelijker wordt.
