Waarom is Europa bang voor de eSIM?

Volgens een recente studie van Juniper Research, een Brits onderzoeksbureau, is de wereldwijde eSIM-markt in 2023 meer dan US$ 4,7 miljard waard. De markt groeit dit jaar met maar liefst 249%. Belangrijkste reden is Apple. Zo is het Amerikaanse model van de iPhone 14 alleen nog maar uitgerust met een eSIM. Een ‘fysieke’ simkaart past niet meer. Op dit moment zijn India (14%) en China (11%) nog de grootste markten voor eSIMs. Volgens Juniper zijn er op dit moment al z’’n 986 miljoen smartphones actief met een eSIM. Dit betekent overigens niet dat de eSIM ook wordt gebruikt. Europa blijft nog achter. Maar waarom?

Hiervoor zijn verschillende redenen. De belangrijkste is zonder twijfel de angst van Europese netwerken voor de eSIM. Immers door deze technologie staat hun businessmodel onder druk. Fabrikanten als Apple, Samsung en Google nemen de distributie voor hun rekening terwijl netwerken eigenlijk alleen nog infrastructuur voor hun rekening nemen. Zo verdwijnt de lucratieve verkoop van bijvoorbeeld hardware. De macht van fabrikanten wordt hierdoor steeds groter.

Daarnaast zullen de inkomsten uit roaming verder afnemen. Deze staan door de Europese invoering van ‘roam like at home’ al zwaar onder druk. Met de eSIM is het kinderlijk eenvoudig om van contract te veranderen. Ook in het buitenland. Wel moet Europese regelgeving worden aangepast om de introductie van de eSIM te versnellen.

Overigens heeft de iPhone 14 eSIM op termijn een enorme impact op de wereldwijde markt van gebruikte (secondaire) telefoons. Immers Amerikaanse (internationale) iPhones kunnen eigenlijk niet meer in Europa worden verkocht, omdat de eSIM hier nog niet is ingeburgerd. Hierdoor zullen de prijzen van dit soort toestellen op de internationale markt dalen terwijl de prijzen voor Europese iPhones (met het CE-label) gaan exploderen.